Moeten we de naam van de regisseur voortaan weglaten uit de tekstboekjes van Moira-producties?

Een terugblik op Vrouwen aan de Macht! (2018)

Een goede film is het schepsel van diens regisseur. Deze persoon drukt zijn of haar stempel op elk aspect van de productie, van het schrijven van het script tot het selecteren van de juiste takes tijdens het monteren. Zijn of haar naam prijkt dan ook terecht bovenaan als de aftiteling over het beeld glijdt.¹ Vrouwen aan de Macht! kan daarentegen niet gereduceerd worden tot “een Arthur Oosthout-stuk”, ook al heeft mijn naam zich in het tekstboekje prominent bovenaan de lijst van productiemedewerkers genesteld. 

Natuurlijk, ik heb de Ekklesiazousai² van Aristophanes vertaald en in sommige opzichten flink bewerkt. Moira’s versie van de tekst waarin de Atheense vrouwen de macht grijpen en de stadsstaat herinrichten op een manier waar Karl Marx van zou blozen, met alle komische gevolgen van dien, is aan mijn brein ontsproten. In een puur tekstuele vertaling komt de Griekse komedie echter niet tot zijn recht. Daar zijn de grappen te platvloers voor – poep- en pieshumor alom – en de meesten zullen bij het lezen eerder kampen met kromme tenen dan met verkrampte lachspieren. Dat het stuk desalniettemin goed ontvangen werd was niet te danken aan enige artistieke genialiteit van mijn kant, maar aan het enthousiasme – en de komische timing – waarmee de cast en crew het stuk op de planken zetten.

Ik sprak eerder over de almacht van de filmregisseur. Hij of zij is als een demiurg, die op Platoonse wijze de wereld in zijn of haar hoofd reconstrueert uit de materie die de camera heeft opgenomen.³ Een toneelregisseur is eveneens ouder van diens stuk. Hij of zij heeft het toneelstuk in de vroegste stadia van diens leven intensief begeleid en opgevoed. Maar dan vliegt het toneelstuk weg uit het nest. De spelers en productieleden maken van de jonge tekst een volgroeid wezen. Of om met een Aristotelische metafoor te spreken: de toneeltekst is de stoffelijke ondergrond van het beestje; de cast en crew geven het diens ziel.

Wat ik mij vooral herinner van Vrouwen aan de Macht! is hoe weinig de ervaring van het zien van mijn eigen stuk verschilde van het aanschouwen van andermans toneelproductie. De inzet van de spelers en de bijdrage van grimeurs, decorbouwers en technici geven aan de opvoering van een toneelstuk een verve die ook de regisseur voor het eerst ziet. De kracht van Moira is dat zij zelfs de absolute toneelleek de gelegenheid geeft om op dat moment zijn of haar steentje bij te dragen. Als regisseur heb ik ook van mensen die nog nooit voet op het podium hadden gezet meermaals fijn gepolijste steentjes aangereikt gekregen. Kortom, tijdens de opvoering ontpopte “mijn” stuk zich door de inzet van al die mensen tot ons (of zelfs: hun?) Moirameesterwerk. Ik had eigenlijk al voor aanvang van de opvoering de zaal uit kunnen wandelen; bij cast en crew was het stuk in goede handen. 

Uiteraard heb ik dat niet gedaan. Dan zou ik enkel “mijn” Vrouwen aan de Macht! gekend hebben. Het vertier van het echte Vrouwen aan de Macht! was dan aan mijn neus voorbij gegaan.

Voetnoten:

 

1.  Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de bijdragen van acteurs, cameramannen en -vrouwen, monteurs en componisten genegeerd mogen worden.

2. Vrij vertaald: “vrouwenparlement”.

3. In Plato’s Timaeus vertelt het titelpersonage hoe de schepper (aangeduid als “δημιουργός”) een goddelijk voorbeeld van het universum beschouwt en daar vervolgens de materiële kosmos op baseert.

4. Aristoteles beweerde dat alle dingen in de wereld bestaan uit stoffelijke delen en een immateriële vorm. De vorm maakt daarbij de verzameling deeltjes tot één geheel. In het geval van levende wezens is de ziel de vorm. Onze ziel stuurt onze lichaamsdelen aan en stelt ons in staat om onder andere te bewegen, waar te nemen en gedachten te vormen (zie Aristoteles’ Metaphysica en Over de Ziel).