De lijfspreuk van het Soda is afkomstig uit de Phaedo van Plato: “ναρθηκοφόροι μὲν πολλοί, βάκχοι δέ τε παῦροι” (Phaedo 69c8). Dit betekent: “Velen dragen een Bacchusstaf, er zijn echter weinig Bacchussen.” Bacchus is de god van de wijn, maar was niet elke dag dronken. Dat is de kern van deze uitspraak: je kunt nog zo veel attributen met je meesjouwen of rare dingen eten en drinken, maar je bent gewoon wie je bent. Dit vinden wij een mooi uitgangspunt. Daarnaast heeft onze vereniging ook een lied, het zogenaamde Ubi flavas Rhenus undas…. Dit lied wordt gezongen op vergaderingen en andere officiële gelegenheden. Het wordt gezongen in het Latijn, maar er is ook een Nederlandse vertaling beschikbaar. De tekst van het lied is hieronder te vinden, evenals twee vertalingen. Een uitvoering van het lied door Sodakoor Choreas is hier te vinden. Een instrumentale versie op piano door Daan Schouten is hier te vinden.
‘Ubi flavas Rhenus undas’
Ubi flavas Rhenus undas Refrein: Sed non seria tractamus, Refrein Alma mater Carolina, Refrein |
‘Waar de Rijn zijn blonde stromen’
Waar de Rijn zijn blonde stromen Refrein: Maar wij behandelen niet alleen Refrein Moge jij, Alma Mater Carolina, Refrein |
‘Alwaar de Rijn zijn blonde golven’ Alwaar de Rijn zijn blonde golven Refrein Maar wij doen niet alleen aan ernst, Refrein U, milde Karolijnse Moeder, Refrein [vertaling Vincent Hunink] |